Hartje Pyreneeën vind je een van de mooiste wandelgebieden van Spanje. Het nationale park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici heeft meer dan 200 meren, meertjes, beekjes en watervallen. Inclusief een uitgebreid net aan wandelpaden en tien bemande berghutten. Het park ligt op 1600 tot 3000 meter hoogte. Samen met mijn wandelmaat Ed trek ik in acht dagen langs de vele meertjes, over de hoge toppen en door de groene velden van dit nationale park.
Dag 1: Eindhoven – Conangles
In Eindhoven nemen we het vliegtuig naar Girona. Daar pakken we de bus naar Barcelona, om vervolgens ongeveer vijf uur in de bus naar de Tunel de Vielha te zitten. Dertig meter voor de zuidelijke ingang van de tunnel stappen we uit. Een officiële busstop is dit niet. Daarom hebben we van te voren de chauffeur gevraagd ons daar af te zetten. Na wat zoeken vinden we onze eerste hut Conangles die op ongeveer 1200 meter afstand van de ingang van de tunnel ligt. We hebben er een plek gereserveerd wat in dit geval vooral handig is om nog iets te eten te krijgen. We komen namelijk laat aan en zijn de enige gasten. Maar als we binnenkomen, staat het eten al op het vuur.
Dag 2: Conangles – Restanca – Ventosa i Calvell
De volgende dag zijn we om acht uur op pad. Het is een wandeldag langs mooie meertjes en een stevige klim met een stijging van bijna 1000 meter naar de Refugi Restanca. Omdat we er vroeg op de dag aankomen, besluiten we om nog door te gaan naar de volgende hut. Dat de Restanca niet echt een aantrekkelijke hut is, helpt daarbij. We lopen dus door en het wordt een zware tocht. Maar de beloning bij de Refugi Ventosa i Calvell is goed. Een lekker biertje, goed eten en een fantastisch uitzicht.
Dag 3: Ventosa i Calvell – Colomers
Na de heftige dag van gisteren plannen we vandaag een wat rustigere dag in.
We gaan een pas over en dalen af naar de Refugi Colomers. Hier komen we rond half twaalf aan en besluiten om er te overnachten. ‘s Middags maken nog een tochtje om het meer bij de hut.
Dag 4: Colomers – Estany Llong
Vandaag lopen we eerst via de Ratera-pas naar Refugi Amitges. Vanaf daar lopen we naar de Refugi Estany Llong. Alweer een mooie tocht langs ijskoude meertjes en met schitterende panorama’s. Om half vier komen we in Refugi Estany Llong aan waar we een warme douche kunnen nemen. De schoenen moeten hier wel buiten onder een afdakje blijven staan.
De meeste hutten die we vanaf vandaag willen reserveren zitten vol. De Spanjaarden vieren namelijk een nationale feestdag en hebben een lang weekend vrij. Het is daarom druk in dit populaire wandelgebied. We zijn dan ook eindeloos aan het bellen om een overnachtingsplaats te krijgen. Na het eten heeft de waard uiteindelijk toch nog de Refugi de la Colomina voor ons kunnen reserveren. Prachtig, maar Ed begint te twijfelen. Hij slaapt slecht in de krappe slaapzalen en zint op iets anders.
Dag 5: Estany Llong – Colomina
Het was een lawaaiige nacht. Naast Ed ligt iemand die hard snurkt. En volgens Ed stonk die man enorm naar uien uit zijn mond, maar ik zag dat zijn voeten bij zijn hoofd lagen… Ed besluit om vanavond niet meer in een hut te slapen. Hij geeft de voorkeur aan zijn tent.
We gaan op weg. Als we vlak bij de Refugi de la Colomina zijn, ga ik door naar de hut en zoekt Ed een plaatsje voor zijn tent. Refugi de la Colomina is een sfeervolle houten hut, gerund door Nepalezen en versierd met gebedsvlaggen. De Indiase muziek die ik vaak in Nepal gehoord heb, maakt de sfeer compleet. Ik kan er een hete douche nemen en de waterflessen bij het meer vullen. Op een bankje uit de wind geniet ik van de muziek en eet ik ‘s avonds met een stel Catalanen.
Dag 6: Colomina – Taüll
Ik ben weer vroeg op pad. En haal om half acht Ed op bij zijn tent die hij bij een meertje heeft neergezet. Hij meldt dat hij uitstekend geslapen heeft en ook alvast de route wat verkend heeft. We hebben namelijk een ongebruikelijk route gepland die uitmondt in de beklimming van een steile puinhelling. Eenmaal boven hebben we wel weer een prachtig uitzicht. Hierna volgt een lange afdaling naar het plaatsje Taüll waar we een hotel vinden om te overnachten. Eten doen we er buiten op een terras bij de oude kerk in het dorp.
Dag 7: Taüll – Ventosa i Calvell
Van Taüll wandelen we over een klein pad in een uur naar Boi en nemen daar de taxi naar het stuwmeer van Cavallers. De rugzakken gaan weer om en we wandelen verder naar de Refugi Ventosa i Calvell. Een hernieuwde kennismaking omdat we nu vanaf een andere kant aan komen wandelen. Wijzer geworden, kiezen we een slaapplaats bij het raam. Dat kunnen we dan zelf openhouden. Spanjaarden houden namelijk niet van frisse lucht op de slaapzaal is onze ervaring.
Dag 8: Ventosa i Calvell – Vielha
Vandaag is onze laatste wandeldag. We lopen in zo’n tweeënhalf uur naar de Refugi de Restanca. En lopen vervolgens naar de Tunel de Vielha. Daar aangekomen is het onduidelijk of en hoe laat er een bus komt omdat er geen officiële bushalte is. We vragen het bij de Conangles-hut, waar we een week geleden gestart zijn. Volgens de waard komt er vandaag helemaal geen bus meer. Reden voor ons om er eerst soep te nemen, maar niet veel later zien we de bus voorbij rijden. Fijn zo’n waard. We lopen alsnog naar de tunnel en krijgen daar een lift van één van de werkers die net in zijn auto stapt. En zo rijden we door de tunnel naar Vielha waar we een kamer in het Vielha Hotel nemen. Daar bekijken we hoe laat de volgende dag de bus naar naar Barcelona gaat.
Dag 9 -11: Vielha – Girona – Eindhoven
Via Barcelona rijden we naar Girona. En nemen daar midden in de stad onze intrek in een pension. De volgende dag verkennen we Girona met een stadswandeling over de oude muur. Het is een mooie stad met een oude kern en veel terrasjes waar je lekker kunt eten. We bezoeken ook het Museuo del Cinema, het grootste filmmuseum van Spanje met meer dan 25.000 voorwerpen uit de beginjaren van de film. De volgende ochtend staan we om kwart over drie bij een halte te wachten op de bus naar het vliegveld. Een fantastische wandelvakantie in de Spaanse Pyreneeën zit er weer op.